h

Kleigaten Steenbakkersweg onder de loep genomen door UT-student

6 juli 2009

Kleigaten Steenbakkersweg onder de loep genomen door UT-student

Kleigaten Steenbakkersweg onder de loep genomen door UT-student.

Het ‘dossier’ kleigaten Steenbakkersweg bestaat bijna 45 jaar.

Sinds 1955 werd het denkbeeldige dossier gevuld met brieven, rechterlijke uitspraken, krantenberichten, foto’s, onderzoeksrapporten en een zwartboek. Daniël Meel, student aan de UT, liet deze maand zijn studie over de kleigaten verschijnen. De studie werd verricht in opdracht van de Wetenschapswinkel van de UT. Het is niet alleen een samenvatting van stukken, die deels voor het eerst werden opgediept, maar ook interviewde de auteur zelf betrokkenen, onder meer buurtbewoners. In ‘De kleigaten aan de Steenbakkersweg in Borne; het verhaal van een heel gewoon milieuschandaal’ worden de feiten chronologisch weergegeven en wordt van alle beschikbare bronnen gebruik gemaakt. Desondanks heeft de auteur, Daniël Meel, er toch een zeer leesbaar stuk van gemaakt – hij studeerde onder meer wetenschapsjournalistiek.

De Bornse kleigaten ontstonden door de winning van klei gedurende 100 jaar door de steenfabrieken Scholten en Morselt, tegenover elkaar gelegen aan de Oude Deldensestraat, nu Steenbakkersweg. Vanaf 1955 werd er gestort in de kleigaten. Met name Morselt wist zo iets extra’s te verdienen. Talloze bedrijven stortten er gedurende 20 jaar hun (chemische) afval. Om er enkele te noemen: Stork Chemie, Palthe, Eternit, NAM, Heemaf, Dikkers. Niemand weet wat er precies allemaal ligt, maar in ieder geval HCH, asbest, DDT, zware metalen, naftaleen, dioxine, cyaniden.

Men had contracten met de eigenaren van de grond afgesloten, maar vaak werd ook ’s nachts illegaal gestort.

In 1967 klonk het eerste protest: enkele Bornse notabelen, tevens grondeigenaren, dienden een protest in tegen de stortingen, hetgeen door de rechter niet ontvankelijk werd verklaard. In 1973 voerde het door de SP opgerichte Centraal Aktiecomité Twente (CAT) actie tegen het droog storten van asbestafval. Schrijver van dit stuk trof toen een soort sneeuwvlakte aan – het asbeststof stoof alle kanten op. Tegenwoordig zou bij zo’n situatie half Twente geëvacueerd worden! Later, eind jaren tachtig, heeft het Platform Bornse kleigaten onder meer een zwartboek samengesteld. Maar het zijn vooral de buurtbewoners die meer dan eens de krant haalden met verhalen over illegale stortingen en gezondheidsklachten. Al deze genoemde protesten zijn nooit serieus opgevat.

Voor de gemeente gold lange tijd: men stond erbij en keek ernaar. De gemeente stond aanvankelijk toe dat er vergunningen werden afgegeven. Toen zich midden jaren zeventig een groot milieuschandaal begon te openbaren zat men vooral met het probleem in de maag. Er werden weliswaar, ook in opdracht van de provincie Overijssel, opdrachten verstrekt tot (dure) onderzoeken. Er werd zoveel mogelijk in kaart gebracht – alles in kaart brengen is alleen mogelijk door alles af te graven. Er werden tot op de dag van vandaag noodmaatregelen getroffen, zoals het slaan van een damwand rond de HCH-vervuiling, het regelen van de waterhuishouding en het afdekken van het terrein met een laag grond.

Al die tijd trok één groep mensen aan het kortste eind: de omwonenden. In de eerste plaats werden hun gezondheidsklachten nooit serieus genomen. Velen hadden last van ademhalings- en huidproblemen. Maar daar bleef het niet bij. Een aantal omwonenden moest hun woonplek met de dood bekopen – zij overleden vroegtijdig aan longziekten (o.a. asbestkanker). Bovendien is er nooit aandacht voor hen geweest vanuit de instanties die zich met de problematiek van de kleigaten bezig hielden. Ze kregen geen eerlijke informatie en er werd niet naar hen geluisterd.

In zijn inleiding stelt Daniël Meel: ‘Het verhaal is niet opgeschreven om een statement te maken, en ook niet om een sneer uit te delen naar betrokkenen. Het verhaal is opgeschreven om voor altijd bewaard te blijven voor verdere generaties, omdat de geschiedenis niet verloren mag gaan. Zodoende staat dit dossier vol feiten, verhalen en (voorwaardelijke) conclusies, maar worden er ook vragen gesteld. Alles wat ik vroeg, deed stof opwaaien en maakte mensen machteloos en, in enkele gevallen, weer vol van ouderwetse woede’.

In een afsluitend betoog somt de auteur een aantal feiten op:

• het toezicht van de gemeente heeft sinds het begin van de stortingen tekort geschoten

• protesten werden niet serieus genomen – bewoners werden niet beschermd

• de gemeente had moeten handelen toen er ’s nachts illegaal met gasmaskers op gestort werd

• wat er onder de oppervlakte door de roestende vaten nog aan chemische reacties gaat plaatsvinden is onbekend

• de damwand heeft niet het eeuwige leven

De auteur doet de volgende aanbevelingen:

• het hele gebied dient goed omheind en afgesloten te worden zolang er geen sanering plaatsvindt

• wat betreft het gif dat aan de oppervlakte kan komen is vooral het HCH gevaarlijk – hier moet goed naar gekeken worden

• de watergangen moeten goed in de gaten worden gehouden

• in de toekomst zou een grondzuivering uitkomst moeten bieden, er kan niet eeuwig een gevaarlijke opslag zijn.

Tenslotte stelt Daniël Meel: ‘De gemeente kan het vertrouwen van de bewoners herwinnen. Zij zouden op de koffie moeten gaan, de resultaten open moeten leggen, alle informatie moeten delen en een vergoeding uikeren aan de bewoners die daadwerkelijk schade hebben ondervonden. Deze schade betreft zowel de gezondheid als de omgeving.’

De SP Borne sluit zich helemaal bij deze conclusie aan!

U bent hier